De Krang Swartbroek

Broekbossen, vennen, loofbossen, naaldbossen, stuifduinen, graslanden en akkers, je komt ze allemaal tegenkomen in dit 324 ha natuurgebied tussen Swartbroek, Tungelroy en Weert.
Natuurgebied De Krang ligt tussen de Leukerbeek in het noorden en de Tungelroyse Beek in het zuiden.
Tijdens de laatste ijstijd is hier, door de afzetting van dekzand, een golvend landschap met langgerekte dekzandruggen, paraboolduinen en uitgewaaide kommen gevormd. Midden door het natuurgebied loopt een dekzandrug waarop Swartbroek en de buurtschap Castert zijn gebouwd. Deze dekzandrug zorgt voor een gevarieerd landschap. Er is een grote afwisseling van loof- en naaldbos, hakhout graslanden, bolle akkers.
Centraal in de Krang ligt een peelven genaamd de Roukespeel. Dit ven is een schotelvormige laagte die ontstaan is in de ijstijd door wegstuivend zand en vormt een onderdeel van een keten van peelvennen: o.a. De banen, Sarsven, Roevenerpeel, Kootspeel en Moeselpeel.
Aan het einde van de 19e eeuw werd begonnen met de ontginning van de moerasgebieden in de lage gedeelten. Door het graven van de Kranglossing en de Noodbeek (1917) en het rechttrekken van de Leukerbeek (1931-35) werd het gebied ontwaterd. Ook zorgden de beken voor de aanvoer van meststoffen vanuit agrarische gebieden.
Door ontwateringssloten af te dammen zorgt Natuurmonumenten er nu voor dat de Krang weer natter wordt. Aangelegde poelen zorgen voor bijzondere amfibieën zoals de alpenwatersalamander en de kamsalamander. In een opgeknapt ven bij de Leukerbeek groeien nu riet, lisdodde, gele lis en egelskop. In het noorden is een aantal vennen aangelegd waarvan onder andere de kwartelkoning profiteert. Om een gevarieerde begroeiing te krijgen wordt er geplagd en begraasd. Het schone gebiedseigen kwelwater is door o.a. deze maatregelen gescheiden van het voedselrijke water van de landbouwgronden en dat van de Leukerbeek. Vroegere productiebossen staan op rabatten. Dit zijn zandruggen met daartussen greppels. De methode werd in de bosbouw toegepast om droge stroken te verkrijgen waarop dan de bomen geplant werden. In het voorjaar kun je er genieten van de zang van de wielewaal. Voorbeelden van watervogels zijn dodaars en wintertaling. Boven de Tungelroys beek zie je regelmatig ijsvogels scheren. Ook komen er bevers voor. Er groeien diverse bijzondere planten zoals de rietorchis en Holpijp.