Geleenbeekdal

De Geleenbeek ontspringt in Benzenrade bij Heerlen en mondt na 45 km uit in de Oude Maas bij Stevensweert. Voor ruim een kwart van die totale lengte, over 12 km, stroomt zij langs en door de gemeente Sittard-Geleen. Het hele stroomgebied van deze beek met zijn zijstroompjes  omvat ongeveer 170 kilometer watergang.
Het is een typisch Limburgse beek. De Latijnse naam is Glana wat “heldere beek” betekent.
In de jaren 50 van de 20e eeuw is de beek gekanaliseerd. Vanaf 2006 is gestart met de uitwerking van een plan tot herstel van het dal van de Geleenbeek.
Het herinrichtingsproject maakt deel uit van het grote project “Corio Glana”, ter verbetering van het beektracé tussen Heerlen en Geleen. Bij Weustenrade en Schinnen is de Geleenbeek inmiddels teruggebracht in een natuurlijke vorm.
Het beekdal is een Natura 2000-gebied met een oppervlakte van 225 ha. 
Uit opgravingen blijkt dat het gebied geldt als een van de oudste cultuurlandschappen van Nederland. Dit is te verklaren vanuit de vruchtbare grond, het water en de door het water geleverde waterkracht.
Eens lagen er nederzettingen, villa’s, kastelen en watermolens. De aanwezigheid van adellijk en kerkelijk bezit wordt onderstreept door de vele oude pachthoeves, vaak in de vorm van een carréboerderij.
Door de afwisseling in hoogte, bodemstructuur en vochtigheid is in het Geleenbeekdal een grote variatie in flora en fauna aanwezig. In het Landschapspark de Graven zijn vele landschapselementen als poelen, heggen, bosjes en graften teruggebracht. 
Het Limburgs Landschap beheert het Wolhagerbos bij Schinnen. 
Vereniging Natuurmonumenten is een belangrijke samenwerkingspartner in het Landschapspark de Graven. Zij beheert er het Danikerbos, het Stammenerbos, de Mulderplas, Kathagerbroek en Asbroekbos.