Tussen Nederweert-Eind en Weert ligt een 170 ha groot langgerekt vennengebied met verlandingszones, bossen en graslanden. Deze peelvennen heten De Banen, Sarsven, Kwegt, Schoorkuilen en Roeventerpeel. Ze staan met elkaar in verbinding en zijn in beheer bij Stichting Het Limburgs Landschap. Het gebied wordt doorsneden door de Einderbeek.
Een deel van het gebied is Natura 2000-gebied.
De vennen hebben een lemige ondergrond en zijn rijk aan moerasplanten, insecten, water- en moerasvogels.
Bijzondere vogelsoorten zijn onder de visarend, de grote zilverreiger en de geoorde fuut.
Er komen dassen en wilde zwijnen voor.
Het ven De Banen is in 1992 opgeschoond. Sinds die tijd bevat het weer een natuurlijke, voedselarme waterhuishouding en heeft het weer een open karakter. Er komen zeldzame water- en moerasplanten voor als drijvende waterweegbree, moerashertshooi en zonnedauw. Op diverse plekken komen uitgestrekte wilgenstruwelen en Gagel voor.
Noordelijk van de Banen werd enkele jaren geleden een met moerasbos dichtgegroeid ven hersteld met de naam het hoefijzer.
Het Sarsven is een voedselrijk ven met veel mattenbies en brede rietkragen.
De Schoorkuilen maken deel uit van natuurontwikkelingsproject.