De Beegderheide is een ongeveer 200 ha groot natuurgebied aan de rand van het Maasdal, tussen Heel, Beegden en Horn. Het karakter wordt bepaald door stuifduinen, heidevelden en vennen. Daarnaast liggen er loof- en naaldbossen.
In het verleden zijn delen ontgonnen voor de landbouw, is er grind afgegraven en was er een militair oefenterrein. Vanaf de jaren ’90 van de 20e eeuw is men begonnen met natuuronderhoud en -herstel. Een deel van het gebied wordt nu begraasd door het Kempens schaap.
In het heidelandschap kom je naast elkaar grote- en kleine vennen tegen. Het meest bekende ven is Lange Vlieter. Deze waterplas is ontstaan door grindwinning. Een ander bekend ven is het Frankenven.
Rond en in de vennen komen een aantal zeldzame planten en dieren voor.
Opvallende planten zijn waterlelie, zonnedauw, wolfsklauw en klokjesgentiaan.
Voorbeelden van zeldzame en bedreigde diersoorten zijn pegheavlinder, veldkrekel, heikikker en diverse salamander- en libellensoorten. De grotere plassen zijn in gebruik als waterbekkens voor de watervoorziening en zijn druk bezet door watervogels als ganzen en eenden. Ook is het een bekend paddenstoelengebied. In de bossen broeden vogels als sperwers, haviken en spechten.
De Beegderheide grenst aan het kleine natuurgebied de Tuspeel. Hier komt nog levend hoogveen voor.
Naast wandelgebied is De Beegderheide een aantrekkelijk gebied voor natuurfotografen.